Uprooted, door Naomi Novik

9200000037157288

Dit boek is, volgens mij, nog niet naar het Nederlands vertaald dus ik heb het in het Engels gelezen. Ik hoop van harte dat het binnenkort vertaald wordt want ik kan het zeer aanbevelen.

Dit is een sprookje vermomd als fantasy boek. Laat je door het woord sprookje niet misleiden, het is wel degelijk een boek voor volwassenen. Alle elementen die je zou verwachten zijn er, goed en kwaad, hebzucht, oorlog en wanhoop, en ondanks dat je weet dat het wel goed zal aflopen, zit het plot goed in elkaar en leest het verhaal vlot. Ik kon het boek in elk geval moeilijk wegleggen.

Agnieszka is 17 en woont in een dorpje in een groene vallei – de koeien grazen er, de rivier meandert en de bergen rijzen op aan weerszijden, beschutting biedend aan de andere dorpjes. Ook staat er in de vallei een toren, waar de Draak woont – dit is de bijnaam van de tovenaar die, in opdracht van de koning, waakt over de vallei. Aan het andere eind ligt namelijk het Woud. Het Woud was er al voor de mensen hier kwamen. En als het aan het Woud ligt, dan gaan de mensen ook weer weg. Er komen on-dingen uit het Woud die de kinderen stelen, het vee doden en de mensen gek maken. Langzaam maar zeker rukt het Woud steeds verder op de vallei in en slokt de dorpen op.

De tovenaar heeft hulp nodig, en hij heeft Agnieszka uitgekozen – dit is echter zeer tegen haar wil en zij wil zich niet schikken naar haar lot. Als dan ook de zoon van de koning vanuit de verre hoofdstad naar de vallei komt om zich ermee te bemoeien, lopen de zaken danig uit de hand. Kan de tovenaar het Woud tegenhouden als zijn leerlinge zich verzet, er oorlog broeit en de prins het Woud in wil gaan om zijn moeder te redden? Is de liefde van Agnieszka voor haar vallei diep genoeg geworteld om het kwaad van het Woud te weerstaan?

Dit boek bevat veel (Oost-Europese) folklore elementen, waardoor de wereld waarin het verhaal plaatsvindt heel bekend overkomt, en waardoor ik me goed in de hoofdpersoon kon verplaatsen. Dat het verhaal vanuit een ik-persoon is geschreven, droeg daar ook aan bij. Zeer aan te raden voor liefhebbers van fantasy-verhalen!

gastrecensie door Miranda

The Quick – Lauren Owen

Recent dit boek aangeschaft, omdat ik de kaft zo mooi vond (ja, echt!) en omdat de beknopte inhoud op de achterkant me intrigeerde. Men noemde het namelijk  de moderne versie van een klassieke horror-roman. Zelf vind ik dat dat ‘moderne’ er wel af kan – dit ís gewoon een klassieke horror-roman.

9200000021363829

De roman speelt zich af in 1892, het Engeland van koningin Victoria, en is ook zo geschreven. De auteur maakt geen haast met de actie, maar zet eerst een gedegen atmosfeer neer en een aantal karakters. Zodanig zelfs dat ik me af en toe irriteerde aan het verantwoordelijkheidsgevoel en de etiquette van de hoofdpersonen.

Het verhaal draait om James Norbury – hij is al vroeg wees maar komt gelukkig uit een familie met geld. Hij erft het familielandgoed en kan zich daarom een opleiding veroorloven. Liever dan na zijn examen terug te gaan naar het grote, lege huis in Yorkshire (waar zijn zuster is blijven wonen), gaat James naar Londen om daar schrijver/dichter te worden.

Tevens in Londen bevindt zich de Aegolius Club – zo’n elitaire club voor heren waar je alleen binnenkomt als je door één van de leden wordt uitverkoren.

De levens van James en zijn zus, de leden van deze club, een arts die berucht is als Doctor Knife, een jonge acrobate en nog een aantal andere personen gaan geleidelijk aan steeds meer door elkaar lopen. Ik wil niet teveel verklappen, maar het blijkt dat het niet alleen de levenden zijn die door de straten van het oude Londen zwerven!

Je moet er even voor gaan zitten want, zoals gezegd, het boek duikt niet meteen in de actie. Bovendien worden verschillende delen en hoofdstukken vanuit diverse personen geschreven, dus het boek vergt wel de nodige concentratie. De overgang van het ene naar het volgende deel is niet altijd even vloeiend. Ook worden niet alle karakters evenveel uitgewerkt. Desalniettemin ga je wel meevoelen met, met name, zus Charlotte, als zij op zoek gaat naar haar broer in het Dickensiaanse Londen van vlak voor de eeuwwisseling. Juist in alle details van de tijdsperiode en de manier waarop de hoofdpersonen zich tegenover elkaar gedragen, komt de kennis van de schrijfster naar voren. Zover mij bekend is er nog geen Nederlandse vertaling van het boek, maar die zal ongetwijfeld volgen.

Miranda, gastrecensent

Een Jaar op de Mekong, van Edward A. Gargan

Ik lees graag reisboeken. Niet dat ik er nu stapels van verslind, maar zo tussen de andere boeken door lees ik graag een goed reisverhaal, en laat me zo regelmatig meenemen naar verre oorden waar ik zelf waarschijnlijk nooit een voet zal zetten. Daarom was ik blij dit boek op de kop te hebben getikt, tot ik er daadwerkelijk voor ging zitten om een flink stuk te lezen. Het bleek namelijk geen luchtige lectuur voor een ontspannen moment te zijn.

Afbeelding

Het betreft een avontuurlijke tocht van zo’n vijfduizend kilometer lang, waarbij de schrijver de Mekong rivier volgt. De tocht -evenals de rivier- loopt door China, Tibet, Birma, Laos, Cambodja, Thailand en Vietnam. Enerzijds is dit een prachtig deel van de wereld, anderzijds is het natuurlijk het toneel geweest (en is dat nog steeds) van bloedige oorlogen, invasies, onderdrukking, drugshandel, en volkerenmoord. De schrijver is jarenlang Aziëcorrespondent geweest voor de New York Times en de Los Angeles Times vanuit China, en is nogal thuis in de regio en de diverse culturen.

Hij vertelt niet alleen over de plaatsen die hij tijdens zijn reis aandoet (zoals de Gouden Driehoek, centrum van de opiumteelt en -handel), maar doet ook uitgebreid verslag over de mensen die hij ontmoet en het verhaal dat zij te vertellen hebben. Het heeft mij veel inzicht gegeven in de recente geschiedenis van de landen die de schrijver aandoet, wat ik zeker een pluspunt vind. Minpunt voor mij is dat de schrijver bij iedere prachtige sfeerimpressie al snel weer vervalt in de negatieve kant. Een voorbeeld is het opstaan bij dag en dauw, terwijl de vroege ochtendzon de mist boven de spiegelgladde rivier doet oplossen, de vogels beginnen te fluiten en ook het gezang is te horen van boeddhistische monniken die met hun bedelnap op pad gaan, waarbij de schrijver in dezelfde paragraaf een smakeloos ontbijt naar binnen werkt in een haveloos restaurant waar de ratten hem rond de voeten scharrelen. Immer is daar echter de rivier die als rode draad door het boek stroomt, nu eens wit en wild, dan weer groen, breed en traag.

Ik was erg gegrepen door het hoofdstuk over Cambodja, waarin ik meer heb geleerd over de Rode Khmer, Pol Pot, en wat zij hun eigen volk hebben aangedaan, dan ik had gedacht te zullen lezen. Erg apart is ook om te lezen over nieuw gebouwde, volledig verlaten, zesbaans snelwegen – gebouwd met de hoop op een welvarende toekomst van landen waar de meeste mensen nu nog te arm zijn om zich meer te kunnen veroorloven dan een fiets of een scooter.

“Maar in Tibet, en nog veel sterker in Cambodja, werd ik geconfronteerd met de werkelijke betekenis van overleving, met de manier waarop mensen hun levens weer opbouwen, die werden verwoest op een manier die westerlingen zich nauwelijks kunnen voorstellen, met de manier waarop samenlevingen terugvechten en zich redden van de afgrond.”

 

“Zoals met alle deze reis opgedane contacten duurde mijn samenzijn met Phuong veel te kort. Reizen beknot vriendschappen; het volgen van de rivier betekende almaar voortgaan. Als ik een socioloog was geweest, zou ik op de Tibetaanse hoogvlakte zijn gebleven om mij te verdiepen in de leefwijze van de yakherders (…). Als ik musicoloog was geweest, zou ik zeker in Lijiang zijn gebleven om de gebruiken van de Naxi te bestuderen. In Luang Prabang verlangde ik ernaar meer te weten te komen over het boeddhistische leven. Als ik had toegegeven aan de neiging langer te blijven, zou ik mijn reis nooit hebben voltooid. (…) altijd was er de rivier die lonkte.”

Ik heb het boek een aantal keren weggelegd voor een adempauze, maar wilde het toch graag uitlezen. Het laat indrukken achter van een wereld die me vreemd is in zo veel opzichten. Juist vanwege de indrukken, en omdat het belangrijk is dat de mensen die daar wonen hun verhaal kunnen delen, wil ik het boek toch zeker aanraden.

Een Jaar op de Mekong / The River’s Tale, A Year on the Mekong, Edward A. Gargan, 2002 (Uitgeverij Atlas)

Miranda, gastrecensent